tekstverbanden en signaalwoorden
Vandaag hebben we wat geleerd over tekstverbanden en signaalwoorden.
Tussen woorden, tussen delen van zinnen, tussen zinnen en tussen alinea's bestaat een verband: tekstverband. Dit wordt aangegeven met signaalwoorden.
In het vorige hoofdstuk leerden we al over het opsommend tekstverband (signaalwoorden: en, vervolgens, eerst, dan, daarna etc.), het tegenstellend tekstverband(signaalwoorden: maar, echter, toch, daar staat tegenover, daarentegen etc.), het vergelijkend tekstverband ( signaalwoorden: net zo als, net als, zoals, evenals) en het voorbeeldgevend/uileggend tekstverband (signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, ter illustratie).
In hoofdstuk 2 kwamen er twee nieuwe tekstverbanden bij: het concluderend tekstverband, met de signaalwoorden: dus en concluderend. en het samenvattend tekstverband, met de signaalwoorden: kortom, samengevat, om kort te gaan.
In hoofdstuk 3 kwamen hier weer twee nieuwe tekstverbanden met signaalwoorden bij. Het oorzakelijk/ oorzaak- gevolg tekstverband. Met de signaalwoorden doordat, daardoor, zodat, waardoor, ten gevolge van. En het doel-middel tekstverband. Met de signaalwoorden om te, waarmee.